De zomer van de jas

Wie veel rijdt, verslijt veel jassen. Wie veel rijdt, ontdekt in de loop van decennia ook wat een goede jas is en wat niet. Deze zomer was ik toe aan een nieuwe jas. Het werden er uiteindelijk drie.

Ik weet niet hoeveel motorjassen ik in de afgelopen 30+ jaar heb versleten – als in: stukgewaaid en/of lek als een zeef - en weggegooid. Ik weet wel dat ik er nu negen heb, regenjas niet meegerekend, waarvan mijn lente/zomer/herfst-allweather-jas dit jaar aan vervanging toe was.

Zuinig en armlastig als ik ben, en wetende dat in de motorhandel en bij de bekende merken sinds jaar en dag uitsluitend afschuwelijk lelijke jassen te vinden zijn, ging ik zoeken op Marktplaats. Ook daar voornamelijk afschuwelijk lelijke jassen, en dan ook nog in de verschrikkelijkst denkbare, gedateerde kleurcombinaties. Maar ook een heel betaalbaar doorwaai-jasje (nieuw) van een mij volkomen onbekend merk, met allerlei hippe opnaaiteksten en -emblemen van mij volkomen onbekende raceproducten, uitsluitend te verkrijgen via een obscure webshop in het oosten des lands en dan nog alleen in de maat XXL. Het was een gok, want ik heb doorgaans maat XXXL, maar bij binnenkomst bleek het jasje ruim te vallen en na het aanbrengen van protectoren – ik heb kasten vol uit oude jassen – in de daartoe bestemde hoesjes in de rug, schouders en ellebogen zat ie als gegoten.
Een opsteker bij het aanschaffen (2 euro) van klittenband (voor het vastzetten van de protectoren) bij mijn plaatselijke Praxis, was dat de paarsharige, maar desondanks aantrekkelijke jongedame bij de kassa me een welgemeend compliment maakte met mijn nieuwe aanwinst.
Ik weet niet hoe vaak het u gebeurt, maar voor mij was het de eerste keer dat ik een welgemeend compliment kreeg van een paarsharige aantrekkelijke jongedame, en nu ik erover terugdenk, vermoedelijk de eerste keer in mijn leven dat ik een welgemeend compliment kreeg van welke aantrekkelijke jongedame dan ook. Of jongedame überhaupt. Of dame, anders dan mijn moeder en Tante Nel zaliger. Alleen dat compliment was de 50 euro voor de jas al waard en dan moest het rijden nog beginnen. Wat ook goed afliep, want de zomer was bij tijd en wijle hels warm en de jasventilatie top.

Wetende dat dat niet zo zou blijven, zette ik mijn speurtocht op Marktplaats voort. Met slechts 50 euro uitgegeven voor een nieuwe zomerjas, bleef er geld over voor een 'nieuwe' lente/herfstjas. Ik was tenslotte op zoek naar vervanging voor mijn lente/zomer/herfst-allweather-jas (mijn winterjas is nog oké), en slechts één seizoen was vervangen.

Een lente/herfstjas moet in mijn visie zwart zijn. Dit omdat zwart de enige 'kleur' is die niet verandert naarmate de jas smeriger wordt, wat in de lente en herfst onherroepelijk gebeurt als je de jas daadwerkelijk dagelijks gebruikt. En zo vond ik op een gegeven moment op Marktplaats 'motorjas norton XXL', een advertentie uit Veenendaal. Ik vertrouw Veenendaal absoluut niet, maar het was een geheel zwarte jas met Norton- (2) en Dunlop-badges (1), volgens de plaatser uitstekend wind- en waterdicht, en getriggered door het 'Norton' in de titel – vermoedelijk onbewust verlangend naar nieuwe welgemeende complimenten van paarsharige jongedames – reageerde ik op de advertentie met de woorden: "Kun je iets meer vertellen over de leeftijd van de jas, in welke staat et cetera. En of ie groot valt. Ik heb normaal gesproken XXXL."

Het letterlijke antwoord van verkoper Jan: "4jaar oud weinig gedragen.Ik heb normaal XXL deze jas zit ruimerHad er altijd hooded sweater onderaan."

Hier hadden – na Veenendaal – alle alarmbellen moeten afgaan. Ik ben in mijn vrije tijd geen grammar nazi, maar vind e-communicatie geen excuus om niet normaal Nederlands te schrijven, als je dat beheerst in elk geval, wat moet gelden voor iedereen die de basisschool heeft voltooid. Maar het was vooral die 'hooded sweater' die me zorgen baarde, aangezien alleen dwazen hooded sweaters dragen. Desondanks antwoordde ik: "Oké. Welk merk is het? En wat zou je er ongeveer voor willen hebben?"

Jan: "Merk RICA 50€."

Mijn reactie na het googlen op RICA (was het geen Norton-jas?) en constateren dat dat merk motorkleding niet bestaat, maar tevreden met de prijs: "Specifieke reden dat je de jas verkoopt? Als ie zo goed is als je zegt op Marktplaats..."

Jan: "Reden van verkoop heb leren harleyjas gekocht. Die draag ik nu."

Waarop ik tot de koop overging. Er kan tenslotte maar één reden zijn om een prima motorjas voor een habbekrats van de hand te doen ten faveure van een vermoedelijk peperdure leren Harley-Davidson, en dat is dat functionaliteit je niet interesseert. Een eigenschap die Harleyrijders wereldwijd verenigt. Jan moest Harleyrijder zijn, dat sloot ook aan bij 'weinig gedragen' en 'hooded sweater'.
De jas werd een dag later verstuurd, voorafgegaan door Jans laatste bericht: "Emblemen zitten in jaszak."

Natuurlijk snapte ik dat het geen Norton-jas zou zijn, en ook geen RICA, want Norton maakt geen motorjassen en RICA bestaat dus niet. Bij binnenkomst bleek de jas van het merk Blues Bros, voorzien van een Reissa-membraan, wat een soort Gore-Tex is. Jan uit Veenendaal bleek dus een analfabeet. En een leugenaar bovendien, want wat de jas ook was, zeer zeker niet waterdicht, merkte ik bij de eerste bui.
Voorts was de jas wel degelijk veel gebruikt, te zien aan slijtage in de kraag die alleen veroorzaakt kan zijn door veelvuldig schuren tegen een uitgeschoren nek (of kennelijk een hooded sweater).
En daarnaast had Jan best mogen melden dat hij een pens van hier tot Tokio heeft, want hoewel ondergetekende niet dik is, is ie ook niet bijzonder slank, maar desondanks kan er vanwege het uitgerekte elastiek ter hoogte van de taille nog rustig iemand bij. Dat zou in het geval van een paarsharige jongedame geen probleem zijn, maar vermoedelijk is zij niet gecharmeerd van het aroma van natte honden die de voering altijd bij zich draagt, en de penetrante Veenendaalse zweetgeur van de buitenjas als die nat wordt.

De derde motorjas van dit jaar kocht ik bij de motorbroek waar ik eigenlijk voor ging kijken. Het was in de uitverkoop van een motorsupermarkt waarvan ik de naam niet noem omdat ik het eigenlijk een ballentent vind. Broek en jas zijn tamelijk modern en wind- en waterdicht, heb ik inmiddels kunnen vaststellen.

Ik heb nu overigens zes motorbroeken min of meer in gebruik, waarvan de oudste meer dan 30 jaar. Ik gebruik 'm onder andere om Veenendalers op afstand te houden.

Michiel Heemskerk, verkeersfilosoof
19 oktober 2016

Lees alle blogs op Stadsmotor.nl

 

Aangepast zoeken
FacebookTwitter

Disclaimer - Privacy Policy