Test: Ducati Streetfighter S (2010)

Inhoudsopgave
Test: Ducati Streetfighter S (2010)
Specificaties
Fotogalerij
Video
Alle Ducati tests
Ducati


Ducati Streetfighter SStreetfighters zijn motorfietsen die van oorsprong sportmotor zijn, vaak zelfs supersportmotor. Maar dan wordt er een bochtje gemist of steekt er een auto over en ligt de fiets in de kreukels. En ja, best duur zo’n kuip, dus maar weer opbouwen zonder kuip. En dan een normaal stuur erop. Rijdt best lekker. Beter eigenlijk. Dus rollen er tegenwoordig ook streetfighters kant en klaar de fabrieken uit. Bij het Italiaanse Ducati bijvoorbeeld.

De Ducati Monsters – de zogenaamde naked bikes –  zijn goed voor de helft van de Ducati-verkopen. En dan is daar ineens de Streetfighter. Ook een naked bike en ook een Ducati, maar te snel om Monster te zijn, aldus de fabrikant. Want een Monster heeft een 969 cc of 1100 cc motorblok, maar zonder al te veel bijzondere techniek die ’m echt onguur snel maakt, dus zonder al te veel pk’s, max 100. En dan de Ducati Streetfighter. Da’s eigenlijk een kale versie van de superbike waarmee al vier jaar lang wk’s worden gewonnen, dus wel degelijk een serieuze machine wat betreft motorblok (155 pk), frame, wielophanging. En dan heb je de Streetfighter S, de gepimpte versie, met nog duurdere velgen (Marchesini), vering (Öhlins), remmen (Brembo monoblock), nog meer carbon… Slechts 167 kilo’s zwaar, best weinig voor 155 pk, want da’s best veel.

Styling is niet alles voor Ducati, maar ze zien er wel altijd lekker uit, vaak zelfs spectaculair. Dan is het prettig om te merken dat het soms ook nog functioneel is. De Streetfighter bijvoorbeeld zou als naakte fiets een ware marteling moeten zijn voor de berijder; niet vast te houden boven de 120 km/h, maar dat valt dus enorm mee. Zelfs bij 150 km/u is het prima vol te houden en da’s best knap gedaan. Nu moet je ook wel 150 km/u rijden om de druk van je polsen weg te nemen en aldus te voorkomen dat je ’s avonds in het ijs moet, maar dat kan te maken hebben met 40 kilo zoon die drie kwartier als een rugzakje achterop zat. Niet voor met z’n tweeën? Absoluut niet.

Maar in je eentje? Vooropgesteld dat je anatomisch zo Italiaans in elkaar zit dat je het stuur kunt vast blijven houden zonder pijn te lijden, is het wel dik genieten op de Streetfighter. Het rijwielgedeelte en het blok zijn beide van hoogstaande kwaliteit, dus je moet wel heel kort je rijbewijs hebben wil je zomaar even ‘los’ gereden worden door de eerste de beste dertien in een dozijn-Jap. Het stuurt gewoon zo goed, dat bochten die eens een uitdaging waren, ineens voorbij gaan zonder dat je ze eigenlijk opmerkt, terwijl dat gezien de snelheid toch absoluut had moeten gebeuren. En dat blok… het neuriet lekker zijn bij kenners overbekende Ducati-dreuntje, tot je ineens behoefte krijgt aan meer snelheid, een paar tikkies terugschakelt en met de bij kenners overbekende Ducati-brul de horizon opzoekt. Het zijn Ducati-pk’s, het is Ducati-koppel. Daar kun je wel cijfertjes van opschrijven, maar die geven niet weer hoe het voelt. Want niets klinkt als een Ducati, niets rijdt als een Ducati, behalve een Ducati. Dan wel een dikkerd natuurlijk. En dat is de Streetfighter S absoluut.

Stad- en filegebruik? Tja. Toch maar een Monstertje kopen.



 

Aangepast zoeken
FacebookTwitter
Voorpagina Alle TESTS Ducati Test: Ducati Streetfighter S (2010)

Disclaimer - Privacy Policy